Protocol: van statisch stuk naar levend gebruik

Protocollen (richtlijnen, werkinstructies, procedures, …) zijn niet meer weg te denken uit de zorg. Voor nagenoeg alles wat we doen is wel een protocol beschikbaar. Of soms zelfs meer dan een … soms ook nog eens tegenstrijdig. We hebben ze dus wel, maar het gebruik er van is toch wat probelematisch.

“Ja hoor, we werken volgens protocol” of soortgelijke antwoorden hoor ik vaak als ik vraag of er gebruik wordt gemaakt van protocollen. Meestal betekent dit dat er een documentbeheersysteem is, waarin men de meest actuele protocollen kan opzoeken. Soms liggen of hangen er geprinte versies op de werkplek. En natuurlijk volgt iedereen altijd het protocol … Op deze manier denken over en proberen te werken met protocollen of richtlijnen, betekent dat je deze ziet als statisch stukken, die voorschrijven hoe je op een bapaalde manier zou moeten werken. Een probleem in de praktijk is vaak dat de (achter het bureau bedachte) protocollen niet passen in de praktijk.

Het kan ook anders: zie een protocol eens als een beschrijving van een ideale situatie: zo zouden we deze handeling moeten doen, of dit zorgproces moeten organiseren. En misschien kan dat wel niet, maar we streven er wel naar. Wat verhindert ons om het protocol elke keer op de juiste manier toe te passen? En hoe kunnen we die barrieres wegnemen?

Het protocol wordt zo geen keurslijf, maar eerder een stip op de horizon waar je naartoe werkt, en die je helpt om je verbeteracties te focussen: waar willen we naartoe? Wat houdt ons tegen? Hoe lossen we dat op?

Tags:

Plaats een reactie